"De Millennial wil meer dan oesters en champagne": Steenbergen in FD-special Jonge Filantropen

04/12/2018,

Wie jong is, hoort ‘iets’ goeds te doen, althans, in bepaalde kringen is dat de norm. Bij de millennials speelt hun hele leven zich af op sociale media, dus daar dienen ze regelmatig blijk te geven van je betrokkenheid bij de misstanden op deze wereld. ‘Ik zie het bij mijn eigen dochter van 20’, vertelt Renée Steenbergen. ‘Op festivals is het prima om naar leuke muziek te luisteren, maar dan post je wel een selfie in het kraampje van Amnesty International. “Do the right thing” is ook het motto van Generation Z, tot 23 jaar. Het maatschappelijk bewustzijn is onder deze groepen gegroeid.’

Steenbergen, tot voor kort research fellow Mecenaatstudies aan de Universiteit Utrecht, onderzocht het geefgedrag van jongeren van 23 tot en met 38 jaar. De resultaten worden volgend jaar maart gepresenteerd in Utrecht op de tweede Dag van het Mecenaat, maar ze geeft nu vast een sneak preview. Klimaatverandering en het redden van het milieu staan nummer één bij jongeren. Tamelijk populair bij hoog opgeleiden is het lidmaatschap van een jongerencirkel van een van de culturele instellingen, zoals Young Stedelijk, Rijksextra of Club Foam. Dat kost zo tussen de 150 en de 500 euro per jaar, maar het is de bedoeling van deze geefcirkels dat de jongeren klaargestoomd worden voor het echte werk en zodra ze meer gaan verdienen en boven de 40 zijn, promoveren naar een duurdere mecenaatcirkel.

Steenbergen: ‘Maar of dat ook gaat gebeuren en het grote gevers gaan worden, is de vraag. Uit case studies blijkt dat ze liever niet overstappen naar een andere cirkel, en ze willen ook niet méér betalen. Dit zijn veredelde vriendenkringen, alleen wat duurder en exclusiever. Maar een keer per jaar een gala en een borrel vinden ze niet genoeg.’

Steenbergen heeft de afhakers gevraagd waarom zijn hun lidmaatschap opzegden. Veelal gaven ze praktische redenen, zoals ‘geen tijd’, of ‘verhuisd’. Maar sommigen zeiden dat de cirkel niet aan hun verwachtingen voldeed. ‘Ze leerden er niet genoeg van’, vertelt Steenbergen.

Dat is een veelzeggend antwoord. De hoogopgeleide jongeren van nu, in het spitsuur van hun leven, komen lang niet allemaal uit milieus waar opera- en museumbezoek vanzelfsprekend waren. Zijzelf vinden dat vaak een gemis. ‘Cultuur hoort bij een goed leven. Bij een bepaald opleidings- en inkomensniveau kun je niet een totale cultuurbarbaar zijn.’

De redenen om zich aan te melden waren drieledig, aldus Steenbergen. ‘Ze moesten er iets van opsteken, het moest sociaal interessant zijn, ook voor hun loopbaan, en er moest een “klik” zijn met de andere leden. Zo’n cirkel is juist in die leeftijdsgroep ook een soort relatiemarkt.’

Steenbergen hoopt dat de culturele instellingen hier lering uit trekken en hun jonge donoren nog meer inhoud en vooral diepgang bieden. ‘Erg innovatief zijn die jongerenkringen vooralsnog niet. Ze zijn vaak een kopie van de cirkels voor ouderen en serveren ook oesters en champagne. Mijn onderzoek laat zien het voor young professionals beter is om meer nadruk te leggen op het verwerven van kennis.’

Terug